Hij wijst naar een camper, groot en wit: 'Staat hier voor de handel, maar perfect voor de gelegenheid'

Amber

Hij wijst naar een camper, groot en wit: 'Staat hier voor de handel, maar perfect voor de gelegenheid'

OF IK OOK OP LOCATIE KOM, VRAAGT ERIC. HIJ WIL ME GRAAG ONTMOETEN, maar dat kan alleen op zijn werk. “Het vrouwtje, hè?” Ik verwacht een kantoor met een bureau of kopieermachine, maar als ik mijn auto parkeer, sta ik voor een garage. Achter enorme etalage­ruiten staan joekels van pick-ups en stoere Rangers. “We hebben een bed.” Erics duim wijst naar een camper, groot en wit. “Staat hier voor de handel, maar perfect voor de gelegenheid”, lacht hij. Zijn blonde haar is dun, zijn broekriem vastgegespt in het buitenste gaatje. “Voilà, madame.” Hij zwaait de deur open. Op de achterzijde van het witte plastic een sticker: ‘Als je het kunt dromen, kun je het doen.’

Binnen ruikt het muf. Een kleine tafel tussen twee roodgeruite bankjes. Tapijt boven de bovenste kastjes van het keukenblok. Achterin een bed, redelijk groot. Overdreven vrolijk laat ik me op het matras vallen. Het voelt comfortabeler dan ik dacht. Ik wenk Eric, die de deur vergrendelt. “Laten wij maar eens een ritje maken.” Eric ritst zijn gulp open en knoopt zijn overhemd los. In enkel een T-shirt en sokken kruipt hij naast me. “Een man heeft soms een cadeautje voor zichzelf nodig.” Hij geeft me zachte kusjes. Zijn penis bungelt onder het tricot als een lief slingeraapje. Roze en totaal ongevaarlijk om te knuffelen. Ik kleed me uit, prop mijn kleding tegen het voeteneind, mijn pumps op het laminaat naast het bed.